Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en [36]gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft [37]uw oordeel aan haar geoordeeld. 35. Dat is, gij inwoners des hemels, engelen en heilige martelaars, die om deze uitvoering van Gods oordelen, tot rechtvaardiging hunner zaak, ook gebeden hebben, hfdst.6 vs.10; welker getal nu dagelijks wordt vervuld. Hetwelk nochtans zo niet is te verstaan, alsof de hemelse schepselen, of Gods Kerk, zich moesten verheugen over iemands ongeval, maar over de uitvoering van Gods rechtvaardigheid, en over het bewijs van de rechtvaardigheid der zaak waardoor de gelovigen hier lijden. 36. Hierdoor worden niet alleen verstaan de apostelen en de profeten eigenlijk zo genoemd, die als leden van een lichaam, en een gemene zaak hebbende, zich ook hierover zouden verblijden; maar ook de dienaars en leraars der volgende tijden, die naar het voorbeeld der vorigen ook hetzelfde zou overkomen. 37. Dat is, u aan haar gewroken.